Wie geflitst wordt, krijgt er voortaan de foto bij: “We hopen dat ze hun boete dan ook sneller betalen”





 

Wie in de toekomst geflitst wordt en een boete in de bus krijgt, zal automatisch ook de foto ontvangen die van de wagen werd gemaakt. Dat heeft de FOD Justitie beslist, die daarmee vooral discussies uit de weg wil gaan.

Er worden maandelijks gemiddeld 400.000 snelheidsovertredingen uitgeschreven. En heel wat van die boetes worden aangevochten door wie hem in de bus kreeg. Exacte cijfers zijn er niet, maar bij Justitie zeggen ze veel tijd te verliezen aan het verwerken van al die aanvragen. “Door elke overtreder meteen de foto ook te tonen, willen we vooral tijdswinst boeken”, zegt Edward Landtsheere, woordvoerder van Justitie. “We hopen dat ze hun boete dan ook sneller zullen betalen.”

Ook voor de bestuurders zelf is het interessant om de foto bij hun boete te kunnen controleren. “Als er sprake is van fraude, bijvoorbeeld doordat iemand jouw nummerplaat kopieerde en geflitst werd, dan zal dat ook sneller aan het licht komen”, aldus Landtsheere.

Online raadplegen

Hoe die flitsfoto straks bij u ­terechtkomt, dat onderzoekt ­Justitie nog. “De foto’s die de moderne ANPR-camera’s nemen, zijn makkelijk op te slaan”, zegt Landtsheere. Maar of die 400.000 foto’s per maand dan ook automatisch met de boete verstuurd kunnen worden, is onduidelijk. Een andere optie is dat de overtreder de foto online kan raadplegen.

Vanaf welke datum de foto’s zullen worden verdeeld, is evenmin beslist. “Vandaag krijgt in principe geen enkele bestuurder de foto toegestuurd. Die is enkel beschikbaar voor wie de overtreding aanvecht. Hoe dat gebeurt, verschilt tussen de politiezones. Sommige zones staan toe dat een bestuurder de foto op het commissariaat komt inkijken. Andere zones oordelen dat de bestuurder de boete formeel moet betwisten. In dat geval wordt het automatische proces om de boete te innen stopgezet, en wordt het dossier overgemaakt aan het politie­parket. Dan moet de bestuurder zijn dossier bij het politiekantoor inkijken.”

 
 
Bron: Nieuwsblad
 
  23-8-2018